Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kom·pres
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘natte omslag’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1599 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord kompres kompressen
verkleinwoord kompresje kompresjes

Zelfstandig naamwoord

het kompreso

  1. (medisch) natte omslag als geneesmiddel of heelmiddel
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen kompres kompresser komprest
verbogen kompresse kompressere kompreste
partitief kompres kompressers -

Bijvoeglijk naamwoord

kompres

  1. dicht ineen

Gangbaarheid

90 % van de Nederlanders;
83 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen