Nederlands

 
Kolgans
Uitspraak
Woordafbreking
  • kol·gans
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kolgans kolganzen
verkleinwoord kolgansje kolgansjes

Zelfstandig naamwoord

de kolgansv

  1. (eendvogels) Anser albifrons   ganzensoort van Noord-Amerika en Europa met een witte kol vlak voor zijn snavel
    • Toen de boer zijn schoten loste vlogen er een duizendtal sneeuw- en kolganzen vlak over mijn hoofd. 
Hyperoniemen
Anagrammen
Vertalingen

Gangbaarheid

57 % van de Nederlanders;
36 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen