kogelvis
- ko·gel·vis
- samenstelling van kogel zn en vis zn , vanwege de bolronde vorm die aan een kanonskogel doet denken [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kogelvis | kogelvissen |
verkleinwoord | kogelvisje | kogelvisjes |
de kogelvis m
- (straalvinnigen) benaming voor zeevissen uit het geslacht Tetraodontidae , die in de Stille Oceaan voorkomen en in Japan als een lekkernij gelden
1. benaming voor zeevissen uit het geslacht Tetraodontidae
- Het woord kogelvis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kogelvis" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be