Kogelmolen
  • ko·gel·mo·len
enkelvoud meervoud
naamwoord kogelmolen kogelmolens
verkleinwoord kogelmolentje kogelmolentjes

de kogelmolenm

  1. (scheikunde) een vijzel met kogelvormige stamper(s) die langdurig geschud of rondgedraaid wordt om een materiaal tot een fijn poeder te malen
    • Ik heb het mineraal een nacht in de kogelmolen gezet.