koekblik
- koek·blik
- samenstelling van koek en blik [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koekblik | koekblikken |
verkleinwoord |
het koekblik o
- metalen doos met een deksel of klep bedoeld om koekjes of ontbijtkoek te bewaren
- In de hal van het nieuwe pand van Quooker in Ridderkerk hangt het houten frame van een oude, Duitse vouwkano. Het is gemonteerd op een uitvergrote kaart van de Noordzee - van Katwijk aan Zee naar het Britse kustplaatsje Sizewell loopt een rechte stippellijn. Met dat bootje stak Quooker-oprichter Han Peteri (1918-2007) samen met zijn broer Wim in september 1941 over naar Engeland. De twee Delftse studenten wilden zich bij de geallieerden aansluiten. Met een koekblik vol bruine bonen als proviand en navigerend op de sterren en de zon peddelden ze in hun tweed jasjes naar de overkant, een tocht van 56 uur. Best bijzonder: van de 32 Engelandvaarders die kanoënd de oversteek waagden, kwamen er slechts acht aan. Twee weken na aankomst mochten Han en Willem in Londen op de thee bij koningin Wilhelmina, om haar bij te praten over het bezette vaderland. [2]
- (pejoratief) auto
- Wat Brinkman met het verkeer wil, is al eens verfilmd. Eerst in de openingsscène van Fellini’s 8½, waar Marcello Mastroianni in een Romeins spitsuur bijna letterlijk stikt, en een poosje later nog eens door Jean-Luc Godard in Week End, waarin vrijwel alle dagjesmensen in overdrachtelijke zin het leven laten. Allebei van meer dan veertig jaar geleden, die films. Dus je kunt niet zeggen dat onze bouwvoorzitter er bijtijds bij was. ‘Het zou een zegen voor het land zijn’, schepte hij op in De Telegraaf, ‘als we drie dagen achter mekaar totaal vast komen te zitten in het verkeer.’ Mooie scènes waren het trouwens, die van Fellini en Godard. Mastroianni die krankzinnig wordt in dat luchtledige koekblik (veel auto’s waren in 1963 nog niet zo olijk ontworpen als nu) en zich er uit droomt. En Week End met de langste rijer uit de filmgeschiedenis, langs louter wrakken. Een verkeersramp zou helpen, zegt Brinkman in 2008. [3]
- [1] koektrommel
1. metalen doos met een deksel of klep bedoeld om koekjes of ontbijtkoek te bewaren
- Het woord koekblik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "koekblik" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ koekblik op website: Etymologiebank.nl
- ↑ NRC Arjen Ribbens 21 oktober 2016
- ↑ NRC Jan Blokker 16 april 2008
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be