knokig
- kno·kig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | knokig | knokiger | knokigst |
verbogen | knokige | knokigere | knokigste |
partitief | knokigs | knokigers | - |
knokig [1]
- met uitstekende benen maar wel stevig
- De leraar dacht dat het knokige meisje leed aan anorexia nervosa
- van bomen: met uitstekende delen
- De knokige boom bij Fleringen is de oudste boom van Twente.
- Het woord knokig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "knokig" herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be