kloosterkerk
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kloosterkerk (hulp, bestand)
- IPA: / ˈklostərˌkɛrək / (3 of 4 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈklos.tərˌkɛrk/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈklos.tərˌkɛrk/
Woordafbreking
- kloos·ter·kerk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van klooster en kerk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kloosterkerk | kloosterkerken |
verkleinwoord | kloosterkerkje | kloosterkerkjes |
Zelfstandig naamwoord
- (bouwkunde) (religie) een kerk die bij een klooster hoort
- In de kloosterkerk kun je vandaag luisteren naar liturgische gezangen.
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord kloosterkerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.