• kla·ver·boer
enkelvoud meervoud
naamwoord klaverboer klaverboeren
verkleinwoord

de klaverboerm

  1. (kaartspel) speelkaart van de soort klaveren die hoger is dan een klavertien en lager dan een klavervrouw en bij klaverjassen een speciale functie heeft
    • Dat hij niet de klaverboer speelde was een grote stommiteit, vond zijn bridgepartner.