klassiek Latijn
- Geluid: klassiek Latijn (hulp, bestand)
- IPA: / klɑˈsiklatɛin / (4 lettergrepen)
- klas·siek La·tijn
- vaste verbinding van klassiek (bijvoeglijk naamwoord) en Latijn (eigennaam) (in taalnamen wordt 'klassiek' los en met een kleine letter geschreven)[1]
enkelvoud | bezitsvorm | meervoud | |
---|---|---|---|
naamwoord | klassiek Latijn | - | - |
verkleinwoord | - | - | - |
het klassiek Latijn o
- geen meervoud (taal) de Latijnse taal zoals die gesproken en geschreven werd tijdens de grote bloeiperiode van de Romeinse cultuur, van ongeveer 150 voor Christus tot 100 na Christus. Naar deze variant van het Latijn verwijst de algemene benaming voor de taal
- (taal) Latijn
- over het algemeen
- Voorafgegaan door vroeg Latijn, opgevolgd door postklassiek Latijn
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Woorden in het Latijn
- ↑ hoofdletters - 06. namen van talen en dialecten op website: taaltelefoon.be; geraadpleegd 2017-04-09