klaroen
- kla·roen
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘blaasinstrument’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1566 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klaroen | klaroenen |
verkleinwoord |
- (muziekinstrument) een soort trompet met een schelle klank
1. een soort trompet met een schelle klank
- Het woord klaroen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "klaroen" herkend door:
73 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "klaroen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be