• oer·knal
  1. (jongerentaal) (verouderd) geweldig (voornamelijk gebezigd door jonge vrouwen)
     De vrouw van een K.L.M. vlieger spreekt haar zoon (op de H.B.S.) niet aan met „vent" en laatst genoemde zal zich waarschijnlijk niet van meisjestermen bedienen, als „oer-knal"[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord oerknal oerknallen
verkleinwoord oerknalletje oerknalletjes

de oerknalm

  1. (astronomie) de volgens de bigbangtheorie enorme explosie waaruit het heelal zo'n 13,7 miljard jaar geleden zou zijn ontstaan
     Anderzijds vindt soms iemand een vertaling die mooier is dan het origineel. Zelf vind ik dat bijvoorbeeld van ‘oerknal’ dat astronoom Kees de Jager bedacht als vertaling van het door de Britse astronoom Fred Hoyle gemuntte Big Bang.[2]
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]
  1.   Weblink bron Boekbesprekingen in: Bredasche courant   (06-03-1937), W. van Bergen, Breda op Delpher.nl  
  2.   Weblink bron
    Margriet van der Heijden
    “Oerknal: dat is pas klare taal” (14 mei 2021) op nrc.nl  
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be