1. Een klanksteen.
  • klank·steen
enkelvoud meervoud
naamwoord klanksteen klankstenen
verkleinwoord - -

de klanksteenm

  1. (mineralogie) (verouderd) rots, bestaand uit een bepaald soort groengrijs uitvloeiingsgesteente
      Uit tinkelend getik van drop op drop geboren,
    blijft kristallijnen klank uit die geboorte leven,
    en zingt uit blank albast lijk dauw tot ijs bevroren,
    een klankenziel, lijk staal den klanksteen ingedreven.
    [1]
  1.   Weblink bron Uit ‘De Grot van Han.’ : Klanksteen. in: De Vlaamsche Gids., jrg. 8 nr. (1912), De Nederlandsche Boekhandel, Antwerpen, p. 36