kilt
- kilt
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘Schotse rok’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kilt | kilts |
verkleinwoord | - | - |
de kilt m
- geruite wollen rok deel van het Schotse nationale kostuum
- het dragen van een Schotse kilt (zonder onderbroek!!) verbetert de kwaliteit van het sperma [3]
vervoeging van |
---|
killen |
kilt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van killen
- Jij kilt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van killen
- Hij kilt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van killen
- Kilt!
- Het woord kilt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kilt" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "kilt" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ kilt op website: Etymologiebank.nl
- ↑ www.nu.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be