blauwe kiekendief (Circus cyaneus)
  • (IPA in voorbereiding)
  • kie·ken·die·ven
enkelvoud meervoud
naamwoord kiekendieven
verkleinwoord

de kiekendievenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kiekendief
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (havikachtigen) Circinae   een onderfamilie van slanke, middelgrote roofvogels die bij de echte roofvogels (stootvogels) (Accipitridae   of havikachtigen) behoren. Wereldwijd zijn er dertien soorten kiekendieven die samen het geslacht (genus) Circus vormen binnen de onderfamilie Circinae. De kiekendieven onderscheiden zich onder andere van de andere (dag)roofvogels, doordat het bijna allemaal grondbroedvogels zijn, met andere woorden ze maken geen nest in bomen, maar op de grond. In Nederland en België komen drie soorten als broedvogel voor: de blauwe kiekendief, de bruine kiekendief en de grauwe kiekendief. De geslachtsnaam Circus verwijst naar de cirkelvormige bewegingen die het mannetje en vrouwtje uitvoeren tijdens hun baltsvlucht