• keurs·lijf
enkelvoud meervoud
naamwoord keurslijf keurslijven
verkleinwoord keurslijfje keurslijfjes

het keurslijfo [3]

  1. (kleding) ouderwets korset
     Zij droeg een keurslijf van lichtblauwe zijde , en samaar van donker blauw satijn, welke tot op hare voeten nederdaalde.[4]
  2. (figuurlijk) iets wat te streng of te strak geregeld is
    • De enorme papieren bureaucratie van de hogeschool werkt als een keurslijf dat iedere persoonlijke ontwikkeling en ontplooiing belemmert. 
97 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[5]