• lijf·je
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord lijfje lijfjes

het lijfjeo dim. tant.

  1. het deel van een kledingstuk dat ervoor zorgt dat het bovenlijf bedekt wordt
    • Er zit een scheur in het lijfje van je trui. 

het lijfjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord lijf
100 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be