kerkrechtelijk
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kerk·rech·te·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | kerkrechtelijk | kerkrechtelijker | kerkrechtelijkst |
verbogen | kerkrechtelijke | kerkrechtelijkere | kerkrechtelijkste |
partitief | kerkrechtelijks | kerkrechtelijkers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
kerkrechtelijk [1]
- (religie) volgens het kerkelijkrecht
- ▸ Het is nog de vraag of alleen de oud-bisschop zelf verantwoordelijk is voor de verliezen die het bisdom door de verbouwing heeft geleden. Dat moet worden vastgesteld in een kerkrechtelijk proces. De uitkomst daarvan wordt in september verwacht.[2]
Gangbaarheid
- Het woord kerkrechtelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Duits bisdom wil geld terug van 'luxe-bisschop'” (Donderdag 23 juli 2015, 11:08), NOS