• kau·ka·sus·eek·hoorn
enkelvoud meervoud
naamwoord kaukasuseekhoorn kaukasuseekhoorns
verkleinwoord kaukasuseekhoorntje kaukasuseekhoorntjes

de kaukasuseekhoornm

  1. (knaagdieren) Sciurus anomalus   eekhoorn (Sciurus vulgaris), waar hij van verschilt door de gelige buik en het ontbreken van de oorpluimen. De Kaukasuseekhoorn heeft een kop-romplengte van twintig centimeter, de staart is 13 tot 17 centimeter lang