boomeekhoorns
- (IPA in voorbereiding)
- boom·eek·hoorns
- boomeekhoorn zn met de uitgang -s
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boomeekhoorns | |
verkleinwoord |
de boomeekhoorns mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord boomeekhoorn
- meervoudsvorm als officiële benaming (knaagdieren) Sciurus een geslacht van knaagdieren uit de familie van de eekhoorns (Sciuridae). De wetenschappelijke naam van het geslacht werd in 1758 gepubliceerd door Carl Linnaeus. Soorten uit dit geslacht hebben een lange, ruige staart, die bijna even lang is als het lichaam. De lichaamslengte varieert van 15 tot 45 cm
- [2] arizona-eekhoorn, Braziliaanse eekhoorn, eekhoorn, grijze eekhoorn, grote gevlekte boomeekhoorn, Japanse eekhoorn, kaukasuseekhoorn, Peruaanse witnekeekhoorn, roodstaartboomeekhoorn, westelijke grijze eekhoorn, witstaarteekhoorn, zwarte eekhoorn
- Het woord 'boomeekhoorns' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.