kasseiweg
- kas·sei·weg
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kasseiweg | kasseiwegen |
verkleinwoord | kasseiweggetje kasseiwegje |
kasseiweggetjes kasseiwegje |
de kasseiweg m
- zeer hobbelige weg, geplaveid met kinderkopjes
- Het was een rit vanuit Chatou naar Meudon met een lastige aankomst op een hellende kasseiweg. Pas na de bestudering van de fotofinish kon de winnaar worden aangewezen. Vier renners waren vrijwel tegelijkertijd de streep gepasseerd. [2]
- Boonen merkt geen verschil met andere jaren, ook al begint hij voor de allerlaatste keer aan de lange, zware koers door het Vlaamse heuvelland met zijn vele steile kasseiweggetjes. "Ik kan niet zeggen dat ik emotioneler ben of nerveuzer, de druk bij dit soort koersen is altijd dezelfde. Ik vertrouw erop dat mijn benen goed zijn." [3]
- Het woord kasseiweg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kasseiweg" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Telegraaf 4 maart 2018 Démare wint eerste rit in Parijs-Nice
- ↑ De Telegraaf 1 april 2017 Tom Boonen: 'De vorm komt eraan'
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be