[1] Twee kaassoufflés.
  • kaas·souf·flé
enkelvoud meervoud
naamwoord kaassoufflé kaassoufflés
verkleinwoord kaassouffleetje kaassouffleetjes

de kaassoufflém

  1. (voeding) een gefrituurde snack van een stuk kaas met daaromheen bladerdeeg en paneermeel
    • Omdat hij geen frikandellen lustte nam hij meestal een kaassoufflé. 
  2. (voeding) ovenschotel met stijfgeslagen eiwitten en kaas