kaakslag
- kaak·slag
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kaakslag | kaakslagen |
verkleinwoord |
de kaakslag m
- klap tegen de kaak (of een ander deel van het gelaat)
- De vader van een vijftienjarige wildplasser heeft in de nachtelijke uren in Goes een kaakslag aan een agent uitgedeeld. De zoon, die al mee moest naar het bureau om zijn identiteit uit te zoeken, kreeg gezelschap van zijn pa. De 47-jarige vader uit het Belgische Oostnieuwkerke zit echter nog vast wegens de mishandeling.[2]
- Dick V.'s advocaat Nico Meijering bevestigt dat de kaakslag aan Holleeder pas onlangs aan de aanklacht is toegevoegd. Het OM wil dat V. ook voor dit feit ook na maandag in voorarrest blijft. Meijering wil verder geen commentaar geven.[3]
- een scherpe, beledigende, kwetsende opmerking
- [1] oplawaai, muilpeer, kinnebakslag
- [2] belediging, hoon, affront
1. klap in het gelaat
- Het woord kaakslag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kaakslag" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Telegraaf 20 jan. 2018 Agenten krijgen klappen van wildplassers
- ↑ de Telegraaf 31 aug. 2013 Mishandeling Holleeder op aanklacht Dick V.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be