Nederlands

 
Jobstranen
Uitspraak
Woordafbreking
  • jobs·tra·nen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord - jobstranen
verkleinwoord - -
 
Jobstranen [2]

Zelfstandig naamwoord

de jobstranenmv

  1. (plantkunde) bepaalde tropische grassoort, Coix lacryma-jobi  
     Job[s]tranen behoren net zoals de meeste graansoorten tot de grasachtigen en zijn een eenjarig gewas. Ze kregen hun naam vanwege de ovale vorm van het graan, net zoals een traan.[1]
  2. (voeding) (graan) de zaden van 1) gebruikt als graan
Synoniemen
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “platteplandsklassen.be”
  2.   Weblink bron
    Heyne, K.
    “De nuttige planten van Nederlandsch Indië” (1927), Departement van landbouw, nijverheid & handel in Nederlandsch-Indie