jip-en-janneketaal

  • jip-en-jan·ne·ke·taal
enkelvoud meervoud
naamwoord jip-en-janneketaal -
verkleinwoord - -

de jip-en-janneketaalv / m

  1. erg eenvoudig en helder taalgebruik, zoals met kinderen gebezigd
    • Je kunt die jip-en-janneketaal ook overdrijven.