Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ja-stem
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ja-stem ja-stemmen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de ja-stemv / m

  1. uitgesproken steun voor een voorstel bij besluitvorming waarbij alle leden van een groep zich voor of tegen kunnen uitspreken
    • Veel partijen vonden dat de ja-stem van Turkse Nederlanders laat zien dat er grote problemen zijn met de integratie. [1]
Antoniemen
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen