Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pei·ling
Woordherkomst en -opbouw
  • Van de stam van”peilen” met het achtervoegsel -ing
enkelvoud meervoud
naamwoord peiling peilingen
verkleinwoord peilinkje peilinkjes

Zelfstandig naamwoord

de peilingv

  1. (scheepvaart), (landmeetkunde), een voor bepaalde grootheden gebruikelijke naam voor de meting van hoogten (hemellichamen, bergen, wolken), diepten (zeewateren) , hoeken en richtingen in het horizontale vlak (koersen, kompasrichtingen) en statistische gegevens (opinies)
    • Een peiling, dat klinkt toch minder exact dan “meting”, vind je niet? 
  2. (politiek) met behulp van een enquête onderzoeken wat de mening van een bepaalde groep mensen is
     Uit peilingen blijkt dat er in Finland en Zweden inmiddels veel steun is voor een NAVO-lidmaatschap. Voor de oorlog was dat niet het geval.[1]
Synoniemen
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Finse politieke leiders willen toetreden tot de NAVO, Rusland ziet dreiging” (12 mei 2022), NOS
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be