invloed
- in·vloed
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘inwerking’ voor het eerst aangetroffen in 1282 [1]
- samenstelling van in en vloed [2]
de invloed m
- inwerking van een persoon, zaak of omstandigheid op een andere
- Dit schilderwerk vertoont impressionistische invloeden.
- ▸ Ze had voor dit boek een aantal weduwes geïnterviewd over de invloed die het verlies van hun partner op de rest van hun leven heeft gehad.[3]
- het vermogen om op iets of anderen in te werken
- Als hoge ambtenaar heeft hij een grote invloed.
- ▸ Uren en uren trok ik door het uitgestorven landschap toen ik plotseling een hele tijd moest wachten om een spoorlijn over te steken waar juist een lange goederentrein met een slakkengang langskwam. Zelfs [in] deze uitgestrekte Amerikaanse wildernis was niet aan de invloeden van de civilisatie te ontkomen.[3]
1. inwerking van een persoon, zaak of omstandigheid op een andere
- Het woord invloed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "invloed" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "invloed" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ invloed op website: Etymologiebank.nl
- 1 2 Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be