• in·ten·dant
enkelvoud meervoud
naamwoord intendant intendanten
verkleinwoord

de intendantm

  1. (beroep) artistiek leider met ook zakelijke zeggenschap over een culturele organisatie
     Kranten en kunstinstellingen, zoals musea, moesten ook hun koers opnieuw bepalen te midden van grote veranderingen; zij lieten zien dat een hoofdredacteur of intendant die verantwoordelijk is voor de inhoudelijke koers en profilering daadwerkelijk in staat is om een instelling een nieuw en herkenbaar smoel te geven.[2]
     Hans Waege is benoemd als intendant ad interim bij het Nationaal Orkest van België. Hij zal tot het eind van het jaar deze functie bekleden. Waege was van 2009 tot 2015 algemeen directeur van het Rotterdams Philharmonisch Orkest, waar hij vertrok na een conflict. Daarvoor was Waege directeur van de Filharmonie in Antwerpen. Sinds september 2015 gaf hij als curator vorm aan het inhoudelijke programma voor Rotterdam World Expo 2015.[3]
     Regisseur Johan Simons (68), tot voor kort bejubeld leider van de Münchner Kammerspiele, is intendant van de Ruhrtriënnale, die vanavond van start gaat. In de modder van het industriegebied is hij gelukkig. Zijn doel? Theater over en voor de gewone man.[4]
  2. (militair) (beroep) officier van de intendance
     In die hoedanigheid was de heer van Wezemaal een soort militaire intendant, die instond voor de logistieke planning van veldtochten, het handhaven van de tucht tijdens een veldtocht, vooral dan het tegengaan van brandstichting en plunderingen, en had hij recht op een deel van het buitgemaakte vee.[5]
     Het brandschatten kwam pas echt op gang toen Franse troepen te lang op hun gage moesten wachten en de intendanten van het Franse leger de opdracht kregen om het geld elders te zoeken.[6]
  3. (regering) (geschiedenis) (Frankrijk) hoge ambtenaar die een bepaald gebied of beleidsterrein bestuurt
     Enkele weken later voerde de wet van 17 februari 1800 de functie van prefect in, die voortaan als hoogste gezagdrager elk departement zou leiden. Hiervoor spiegelde men zich op de intendant die onder het Ancien Regime de koninklijke macht vertegenwoordigde in de Franse provincies.[7]
     En toen dat alles voorbij was, wenste Duplessis-Mornay niet als raadsheer van de koning of intendant van financiën op te treden.[8]
  4. (beroep) iemand die namens de bezitter leiding geeft aan een grote huishouding of een zelfstandig onderdeel van een bezitting beheert
     Ook kende hij het verhaal over het luilekkertehuis dat door Mehmet Ali gesticht zou zijn in zijn vaderstad Kavala. Toen het daar uit de hand begon te lopen, bedacht de intendant er iets op: hij legde een stromat op de grond en beval de werklozen erop te gaan liggen.[9]
     Vatel is een historisch personage. Men weet niet zoveel over hem: hij werd opgeleid aan het huis van Fouquet, werd daar intendant, verantwoordelijk voor maaltijden en feestelijkheden.[10]
73 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[11]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Huub Wijfjes & Jo Bardoel
    “De NPO is nog altijd de moeite waard om te verdedigen” (28 september 2021) op nrc.nl  
  3.   Weblink bron “Waege tijdelijk intendant bij NOB” (21 april 2016) op nrc.nl  
  4.   Weblink bron
    Hein Janssen
    “„Ik wil theater maken voor de gewone man”” (13 augustus 2015) op volkskrant.nl  
  5.   Weblink bron
    Bart Minnen & Geert Claassens
    De Roman van Lancelot in Middelnederlands proza in: Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde., jrg. 121 nr. 2 (2005), Uitgeverij Verloren, Hilversum, p. 178
  6.   Weblink bron Gearchiveerde versie
    Philip Muijtjens
    “Buitenplaatsen en het Rampjaar 1672” op skbl.nl
  7.   Weblink bron
    Andries van den Abeele
    De vier prefecten van het departement van de Leie in: Biekorf., jrg. 104 nr. 2 (2004), Westvlaams Archief, Brugge, p. 99
  8.   Weblink bron
    G.A.C. van der Lem
    Recensies : H. Daussy. „Les Huguenots et le roi: le combat politique de Philippe Duplessis-Mornay (1572-1600).” in: De zeventiende eeuw., jrg. 19 nr. 2 (2003), Uitgeverij Verloren, Hilversum, p. 248
  9.   Weblink bron
    Aléxandros Papadiamandis (vert. Hero Hokwerda)
    Het kerstfeest van de luiaard in: De Tweede Ronde., jrg. 25 nr. 1 (lente 2004), G.A. van Oorschot, Amsterdam, p. 129
  10.   Weblink bron
    Erik Martens
    Podium : De gouden zalm (11) in: Streven., jrg. 67 nr. 8 (september 2000), Jan Koenot, Antwerpen, p. 754
  11.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be