installatiedraad
- in·stal·la·tie·draad
- samenstelling van installatie en draad
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | installatiedraad | installatiedraden |
verkleinwoord | installatiedraadje | installatiedraadjes |
installatiedraad
- (elektrotechniek) elektriciteitsdraad dat gebruikt wordt in een elektrische installatie (in Nederland) bestaande uit een massieve koperen kern en een isolatie (meestal vinyl)
- Het woord 'installatiedraad' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.