installatiedoos
- in·stal·la·tie·doos
- samenstelling van installatie en doos
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | installatiedoos | installatiedozen |
verkleinwoord | installatiedoosje | installatiedoosjes |
- (elektrotechniek) doos waarin de verbindingen in een elektrische installatie tot stand worden gebracht
- Het woord 'installatiedoos' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.