fasedraad
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fa·se·draad
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van fase en draad
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fasedraad | fasedraden |
verkleinwoord | fasedraadje | fasedraadjes |
Zelfstandig naamwoord
fasedraad
- (elektrotechniek) de draad die samen met de z.g. 'nuldraad', de stroom van en naar de aangesloten apparatuur brengt, in een schema meestal aangeduid met de letter L
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'fasedraad' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.