training van de ingooi
 
ingooi bij voetbal
  • in·gooi
enkelvoud meervoud
naamwoord ingooi ingooien
verkleinwoord

de ingooim

  1. (voetbal) de inworp van de bal bij voetbal
    • De scheidsrechter aan de overkant van het veld geeft een inworp aan VV Noordwijk. In plaats van te gooien legt de speler de bal op de lijn, neemt een aanloop en trapt de bal met een boog het doelgebied in. Precies op maat voor een aanvaller, die Noordwijk met een rake kopbal de winst bezorgt. Het merkwaardige tafereel was zaterdag te zien bij de Avant Garde Cup, een voetbaltoernooi waar bij wijze van proef gespeeld werd volgens veel spelregels die overgenomen zijn uit het hockey. Zo is de ingooi verleden tijd en mag er gepasst of gedribbeld worden bij een uitbal. Hetzelfde geldt voor een vrije trap. Ook mag er worden door gewisseld, staan er twee scheidsrechters (en twee grensrechters) op het veld en levert een gele kaart een tijdstraf van vijf of tien minuten op, al naar gelang de ernst van de overtreding. Behalve topklasser VV Noordwijk doen eersteklasser VV Swift en tweedeklasser DVVA uit Amsterdam mee.[1] 
    • Heel fijn allemaal en leuk ook om al die oude PSV-shirts te zien, alsmede een oldskool Philips-sticker in de handen gedrukt te krijgen, maar het ging gistermiddag toch vooral om het heden, zou je zeggen. Cambuur, dat aan de bal behoorlijk was, hielp twee handjes door bij een hoekschop en een ingooi als lammetjes te verdedigen. De Jong en Pereiro profiteerden.[2]  
  2. (kaartspel) een manier van spelen bij bridge
vervoeging van
ingooien

ingooi

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ingooien
    • ... dat ik ingooi. 
92 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[3]
  1. NRC Matthijs Keuning 1 juli 2013
  2. Volkskrant Bart Vlietstra 1 mei 2016
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be