ineenzetten
- Geluid: ineenzetten (hulp, bestand)
- in·een·zet·ten
- samenstelling van ineen en zetten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ineenzetten |
zette ineen |
ineengezet |
zwak -t | volledig |
ineenzetten [1]
- in elkaar zetten
vervoeging van |
---|
ineenzetten |
ineenzetten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van ineenzetten
- ...dat wij ineenzetten.
- ...dat jullie ineenzetten.
- ...dat zij ineenzetten.
- ...dat wij ineenzetten.
- Het woord ineenzetten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.