samenstellen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sa·men·stel·len
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van samen en stellen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
samenstellen |
stelde samen |
samengesteld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
samenstellen
- overgankelijk meerdere uitgekozen zaken tot een geheel maken
- U kunt uw eigen gerecht samenstellen.
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. meerdere uitgekozen zaken tot een geheel maken
Zelfstandig naamwoord
samenstellen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord samenstel
Gangbaarheid
- Het woord samenstellen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "samenstellen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be