• in·dro·gen

indrogen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
indrogen
droogde in
ingedroogd
zwak -d volledig
  1. door het verlies van vocht krimpen
    • De stof stond in een voorraadkamer, ver verwijderd van patiënten. Picrinezuur kan indrogen en vervolgens kristalliseren. Onder bepaalde omstandigheden kan het ontploffen. [1] 
    • 'Stamp bij aankoop een paar maal met de boomstam op de grond. Als er bruine naalden uit vallen niet kopen, want zo'n boom is al aan het indrogen.' Een echte boom moet volgens de brandweer in elk geval na maximaal 3 weken de kamer uit. [2] 
    • De overvloed aan stikstof is niet alleen funest voor het skelet van vogels, het zorgt er ook voor dat bijvoorbeeld eikenbomen afsterven door het gebrek aan essentiële voedingsstoffen in de grond. Daarnaast heeft het invloed op roofvogels en insecten, en is er bij een derde van de eieren van de koolmezen sprake van een veel te dunne schaal, waardoor ze indrogenieren zijn te herkennen aan afwijkend pigment. [3] 
95 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[4]