opdrogen
- op·dro·gen
- samenstelling van op en drogen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
opdrogen |
droogde op |
opgedroogd |
zwak -d | volledig |
opdrogen
- ergatief drogen tot alle water verdwenen is
- De plassen waren vrijwel allemaal opgedroogd.
- Het woord opdrogen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opdrogen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be