• ver·dor·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verdorren
verdorde
verdord
zwak -d volledig

verdorren

  1. ergatief dor worden
    • De bloemen waren in de hitte snel verdord. 
  2. overgankelijk dor maken
    • De hete wind verdorde het hele landschap. 
96 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be