dorren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dor·ren
Woordherkomst en -opbouw
- [A] afleiding van dor bn met het achtervoegsel -en [1]
- [B] van Middelnederlands dorren / durren, verwant met durven en Engels dare ww [2] [3]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
dorren |
dorde |
gedord |
zwak -d | volledig | [A] |
Werkwoord
[A] dorren
- dor, droog worden
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
dorren |
dorst |
gedorren |
onvolledig | [B] |
Werkwoord
[B] dorren
- (verouderd) de moed hebben
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord dorren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "dorren" herkend door:
54 % | van de Nederlanders; |
47 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ dorren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be