inboezemen
- Geluid: inboezemen (hulp, bestand)
- in·boe·ze·men
- samenstelling van in en boezemen [1]
inboezemen [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
inboezemen |
boezemde in |
ingeboezemd |
zwak -d | volledig |
- overgankelijkiemand een gevoel geven van (afkeer, ontzag, respect, vertrouwen, vrees, bewondering, angst enz.)
- Het zijn juist die Amerikanen die haar angst inboezemen. Het lukt haar nog wel om de jonge mannen met hun dierlijke levenslust los te zien van de brandbommen op Asakusa, maar niet van wat er zich in het cederbos heeft afgespeeld.[3]
- De gevolgen waren groot. Om onschuld te verkrijgen, moesten ze alles aan zichzelf opgeven wat ontzag en bewondering kon inboezemen. Waarschijnlijk waren ze allemaal bereid een dergelijk offer te brengen, zelfs al zouden ze hun zelfrespect verliezen, want in de lente van 1606 zwermden ze uit over de menselijke wereld. Horden cherubijntjes verspreidden zich over heel Zuid- en West-Europa. Kleine, mollige, naakte jongetjes met witte vleugeltjes doken langzamerhand overal op waar mensen bijeen waren. [4]
- ▸ Daarvoor boezemde zijn gezicht te veel angst in.[5]
1. overgankelijkiemand een gevoel geven van (afkeer, ontzag, respect, vertrouwen, vrees, bewondering, angst enz.)
- Het woord inboezemen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "inboezemen" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ inboezemen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Beijnum, Kees vanDe Offers 2014 ISBN 90-234-2363-1 pagina 346
- ↑ Knausgard, OveEngelen vallen langzaam 2010 ISBN 978-90-445-1358-5 pagina 517
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be