ingeven
- in·ge·ven
- samenstelling van in en geven [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ingeven |
gaf in |
ingegeven |
klasse 5 | volledig |
ingeven [2]
- overgankelijk in gedachte of bewustzijn brengen
- ▸ Het bouwadvies is terecht en ingegeven door het eerder beschreven verdwijnen van de verzorgingshuizen. Of dat bouwen het ontstane zorgprobleem oplost, valt echter te betwijfelen. Het voormalige verzorgingshuis bood immers geïntegreerde huisvesting én zorg aan de groep kwetsbare ouderen, veelal boven de 80 jaar.[3]
- Met de paplepel ingeven
al heel jong iets leren
- Het woord ingeven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ingeven" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ ingeven op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Noud Engelen“Kwetsbare ouderen hebben beschermde woonomgeving nodig” (14 februari 2020), Trouw
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be