in- en inkoud
- Geluid: in- en inkoud (hulp, bestand)
- IPA: /ˈɪn ɛn ˈɪŋkɑut/
- in-·en in-·koud
- intensiverende afleiding van koud (bijvoeglijk naamwoord) met reduplicatie van in- (versterkend voorvoegsel)
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | in- en inkoud | - | - |
verbogen | in- en inkoude | - | - |
in- en inkoud
- heel ver afgekoeld
- Het is in- en inkoud. Onze schattingen variëren van vier tot zes graden. [1]
- Het woord 'in- en inkoud' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Bakker, K."Met Walter Carpay in Groenland" in: De Waarheid jrg. 43 nr.30 (29 december 1982); p. 6;geraadpleegd 2015-07-24