in- en ingelukkig
- Geluid: in- en ingelukkig (hulp, bestand)
- IPA: /ˈɪn ɛn ˈɪŋɣəlʏkəχ/
- in-·en in-·ge·luk·kig
- intensiverende afleiding van gelukkig (bijvoeglijk naamwoord) met reduplicatie van in- (versterkend voorvoegsel)
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | in- en ingelukkig | - | - |
verbogen | in- en ingelukkige | - | - |
in- en ingelukkig
- heel verheugd, uiterst tevreden
- Maar Rega, Daniël Winfried Rega, was in- en ingelukkig. [1]
- Het woord 'in- en ingelukkig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Reugebrink, M."Che" (fragment) in: Yang. jrg. 43 nr. 1 (april 2007) Inge Arteel, Gent; p. 53;geraadpleegd 2015-07-24