immergroen
- im·mer·groen
- samenstelling van immer bw en groen bn
stellend | |
---|---|
onverbogen | immergroen |
verbogen | immergroene |
partitief | immergroens |
immergroen
- (plantkunde) groen loof dragend dat niet afvalt
- In het Middellandse Zeegebied komen veel immergroene bomen en struiken voor.
- Het woord 'immergroen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
immergroen