Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • al·tijd·groen
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen altijdgroen
verbogen altijdgroene
partitief altijdgroens

Bijvoeglijk naamwoord

altijdgroen

  1. (plantkunde) groen loof dragend dat niet afvalt
    • In het Middellandse Zeegebied komen veel altijdgroene bomen en struiken voor. 
Synoniemen

Meer informatie

Gangbaarheid