iezegrimmig
- Geluid: iezegrimmig (hulp, bestand)
- ieze·grim·mig
- afleiding van iezegrimmet het achtervoegsel -ig [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | iezegrimmig | iezegrimmiger | iezegrimmigst |
verbogen | iezegrimmige | iezegrimmigere | iezegrimmigste |
partitief | iezegrimmigs | iezegrimmigers | - |
iezegrimmig [2]
- griezelig, grimmig
- knorrig, nors, chagrijnig, gemelijk
- ▸ Verder is het ook gewoon een aardig medium, ongelooflijk afwisselend: op die tien Nederlandse zenders komen per avond wel vijftig of zestig programma's voorbij en dan kan je wel heel iezegrimmig zeggen: 't niks, maar dat is niet waar. Er zit altijd wel wat goeds tussen.[3]
- Het woord 'iezegrimmig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "iezegrimmig" herkend door:
26 % | van de Nederlanders; |
15 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ iezegrimmig op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Wilma de Rek“Rappatongo” (9 september 1999), de Volkskrant
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be