• ico·no·clas·me
enkelvoud meervoud
naamwoord iconoclasme iconoclasmen
verkleinwoord - -

het iconoclasmeo

  1. (religie) religieus gemotiveerde vernietiging van de afbeeldingen van vereerde personen
    • Een 'fraai' staaltje van iconoclasme is de verwoesting door de Islamitische Staat van een kunstcollectie van wel drieduizend jaar oud. [3] 
      Van daar dat zij, bij 't bespreken van 't beeldbrekend geweld, uit de woorden van ijverenden predikanten, voorgangers van den woestend hoop, uit de hefstigst geuzenliederen ook, eene soort van apologie schijnen te leveren van ' t iconoclasme in ' t algemeen.[4]
  2. (figuurlijk) uit vernieuwingsdrang vernietigende kritiek op bestaande gerespecteerde opvattingen, personen of instanties geven.
     Lu Xun onderkent al wel de gevaren van zijn denkbeelden: iconoclasme kan immers uitmonden in een nihilistisch wereldbeeld waarin überhaupt geen plaats meer is voor relevante ethische waarden.[5]
  1.   Weblink bron
    J.N. Bremmer
    Iconoclast, Iconoclastic, and Iconoclasm: Notes Towards a Genealogy. in: Church History and Religious Culture, jrg. 88 nr. 1 (januari 2008), p. 13
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. www.nu.nl
  4.   Weblink bron
    Wilhelm Augustinus Laur. Wilde
    “De gewetensvrijheid in Nederland op het einde der XVIe eeuw” (1877), W. van Gulick, 's-Hertogenbosch
  5.   Weblink bron
    Hans van der Meijden
    Lu Xun - Nooit meer zwijgen in welsprekende volzinnen in: De Gids., jrg. 174 nr. 7 (2011), De Arbeiderspers, Amsterdam, p. 805