Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • huur·sol·daat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord huursoldaat huursoldaten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de huursoldaatm

  1. (beroep) (militair) beroepssoldaat die op commerciële grondslag dienst neemt in een leger
    • Meer dan tweehonderd huursoldaten, voornamelijk Russen die vochten in naam van de Syrische leider Bashar al-Assad, kwamen om het leven bij een mislukte aanval op een basis en een raffinaderij van Amerikaanse troepen en hun bondgenoten in de olierijke regio Deir Ezzor, zeiden twee van de Russen.[1] 
    • In dat fraai geconserveerde Patriciërshuis werd afgelopen vrijdag het officiële startschot gegeven voor een boeiende reis in de tabakstijd. Het pijproken is ruim 400 jaar geleden ons land komen binnenwaaien via Engelse huursoldaten van Willem van Oranje. Sindsdien is er een bloeiende industrie ontstaan, die later instortte en lang een zieltogend bestaan leidde.[2] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. de Telegraaf 13 feb. 2018
  2. de Telegraaf JEROEN HENDRIKS 10 okt. 2017
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be