Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: hutsepot
Pan met hutspot
  • huts·pot
enkelvoud meervoud
naamwoord hutspot -
verkleinwoord hutspotje hutspotjes

de hutspotm

  1. (voeding) stamppot van aardappelen en wortels (eventueel uien)
    • De hutspot werd geserveerd met klapstuk. 
    • Hoofdgerecht: malse hertenbiefstuk met lak van kruidnagel, wildragoutloempia, gesmoorde spruiten, spek, ui en hutspot. [3] 
  2. (figuurlijk) het bij elkaar gooien van allerlei uiteenlopende zaken
    • Hij heeft ons een mooi referaat gegeven, een soort hutspot van alles. 
99 % van de Nederlanders;
60 % van de Vlamingen.[4]