• hon·ge·rig
  • Afgeleid van honger met het achtervoegsel -ig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen hongerig hongeriger hongerigst
verbogen hongerige hongerigere hongerigste
partitief hongerigs hongerigers -

hongerig

  1. grote behoefte aan voedsel hebbend
     Als een hongerige wolf viel ik aan maar zat al na twee Big Macs helemaal vol.[1]
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be