hongerdood door hongersnood
  • hon·ger·dood
enkelvoud meervoud
naamwoord hongerdood
verkleinwoord

de hongerdoodv / m

  1. het sterven dat veroorzaakt wordt door een gebrek aan voedsel
    • Dit leger vertrapte als een losgeslagen kudde het voedsel dat het had kunnen redden van de hongerdood, raakte in verval en kwam iedere dag van zijn onnutte verblijf in Moskou dichter bij de ondergang. [2] 
    • Hoe langer hij erover nadacht, hoe onontkoombaarder optie 3 leek: hij, vriend van alle levenden, moest het kuiken vermoorden, niet omdat hij zelf naar zulk geweld snakte maar omdat er niets anders op zat. Elke andere handelswijze betekende slechts uitstel van lijden voor het gedoemde kuiken. Zogenaamde meelevendheid was in deze situatie slechts een verkapte vorm van laffe wreedheid. Hij, Isebrand Schut, moest nu `een kerel' zijn en optreden als zodanig, om erger te voorkomen, al strookte dat niet met zijn inborst. Hij moest tegen zijn natuur ingaan, tegen dé natuur ingaan, om het kuiken voor een hongerdood of erger te behoeden. Het klonk tegenstrijdig en het wás tegenstrijdig. [3]  
96 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tolstoj, L.N.
    Oorlog en Vrede Deel 1 Vertaald uit het Russisch door Yolanda Bloemen en Marja Wiebes 2006 ISBN 9028240462 pagina 1285
  3. Valens, Anton
    Het boek ont 2012 ISBN 978-90-457-0473-9 pagina 238
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be